Slimme apparaten met een camera kunnen worden ingedeeld in twee typen, elk met hun eigen methode van bewegingsdetectie:
Batterijgevoede apparaten:
Deze camera's zijn uitgerust met een PIR-sensor (passieve infrarood sensor) die beweging detecteert op basis van veranderingen in infrarood straling. De gevoeligheid van de PIR-sensor kan worden ingesteld op drie verschillende niveaus, waarbij de instellingen variëren voor binnen- en buitencamera's:
Buitencamera's:
- Laag: Detecteert beweging tot een afstand van 6 meter
- Midden: Detecteert beweging tot een afstand van 8 meter
- Hoog: Detecteert beweging tot een afstand van 10 meter
Binnencamera's:
- Laag: Detecteert beweging tot een afstand van 4 meter
- Midden: Detecteert beweging tot een afstand van 6 meter
- Hoog: Detecteert beweging tot een afstand van 8 meter
Apparaten gevoed via een lichtnetadapter:
Deze camera's gebruiken beeldanalyse om beweging te detecteren. Ze analyseren veranderingen in het beeld en bepalen op basis van een percentage verschil of er beweging is. De gevoeligheid kan in drie niveaus worden ingesteld:
- Laag: Bewegend object moet 45% van het beeld vullen
- Middel: Bewegend object moet 35% van het beeld vullen
- Hoog: Bewegend object moet 25% van het beeld vullen
Bovendien kunnen deze camera's een specifiek kader instellen binnen het beeld, zodat alleen beweging binnen dit gebied wordt gedetecteerd. Dit maakt de detectie nauwkeuriger en voorkomt onnodige meldingen buiten het gewenste detectiegebied.
Opmerkingen
0 opmerkingenU moet u aanmelden om een opmerking te plaatsen.